Gewone maskerbij: de Zzzorro van de hemel
Deze 'vliegende mier' is eigenlijk een lokale superbestuiver
Beste Buzzer,
Heb jij de maskerbij al gespot? Deze editie zit ramvol met kleine helden met grote verhalen. Van de superkleine gewone maskerbij tot een nieuwkomer in de stad met een grappige fopneus: er zoemt weer van alles in BuzzHub!
Dus zet je bijenblik op scherp en laat je inspireren door het werk van andere Buzzers. Allereerst: check even of jij de vorige quizvraag goed had. (Tipje van de sluier: de meeste van jullie zijn echte bijenprofs!)
Genoeg nieuwe buzz, dus… veel leesplezier!
Test je kennis! Had je het goed?
Hoera! De meesten van jullie hebben de vorige vraag correct beantwoord. De vraag was: Wanneer is de pluimvoetbij vooral actief?
Het juiste antwoord vond je in de tekst: “De pluimvoetbij is een oligolectische soort: ze haalt haar stuifmeel bijna uitsluitend bij planten uit de composietenfamilie, zoals wilde cichorei, havikskruid, streepzaad en jacobskruiskruid. (…) Omdat veel van deze bloemen zich ’s middags sluiten, zie je de pluimvoetbij bijna alleen ’s ochtends actief foerageren en dan ook nog eens razendsnel van bloem tot bloem.”
Had jij het goed? Lekker bezig!
Misschien kan je dan nog nét dat extra stapje doen voor de pluimvoetbij, net als Lydia vertelt in haar reactie: “Misschien de moeite waard om ook een zandplek in mijn tuin te creëren voor de pluimvoetbij (wilde bloemen genoeg)!” We horen graag wat jullie allemaal voor goeds doen om de bijtjes te helpen, dat maakt ons supervrolijk!
Deze week in BuzzHub…
BIJles: Gewone maskerbij
Hoe maak jij de bij blij?
Buzzer in beeld
Nieuws: Stadsmaskerbij is nieuwe bijenbuur in de Randstad
Test je kennis!
BIJles: Gewone maskerbij
We stellen je graag voor aan de gewone maskerbij (hylaeus communis). Een superkleine wilde bij, maar daarom niet minder belangrijk of interessant. Maskerbijen danken hun naam aan de opvallende wit-gele tekening op hun koppie; een soort ‘masker’. Desondanks is het nog best wel een opgave om deze bij te spotten doordat ze dus zo klein zijn. Mensen denken vaak dat ze een vliegende mier zien, in plaats van een maskerbij. Ook is het rete lastig om de gewone maskerbij van andere maskerbijen te onderscheiden!
Uiterlijk en kenmerken
Gewone maskerbijen zijn met een lengte van 4 tot 7 millimeter erg klein van stuk. Vaak wordt deze bij dan ook over het hoofd gezien door beginnende bijenspotters. Maar zodra je de maskerbijen herkent, zie je ze op steeds meer plekken.
Liever luisteren dan lezen? Dan hebben we hier De Wilde Bijenpodcast voor je!
Vond je het een leuke aflevering? Laat het dan weten met 5 sterren – en vergeet ons niet te volgen 🐝
De gewone maskerbij heeft een zwart glanzend uiterlijk en heeft nauwelijks beharing. De mannetjes kan je herkennen aan hun gele of witte ‘masker’ dat op het voorhoofd zit. De vrouwtjes van de gewone maskerbij hebben wat minder opvallende stipjes op het voorhoofd, ook in een bleekgele kleur.
Zogezegd heeft de gewone maskerbij nauwelijks beharing. Maar hoe verzamelen ze dan stuifmeel? Daarvoor hebben ze een speciale ‘krop’, een holte in de keel waarin voedsel tijdelijk wordt opgeslagen. Stuifmeel wordt zo van bloem naar nest gebracht door de vrouwtjesbijen, die zelf natuurlijk ook wat van de nectar en het stuifmeel snoepen.
Verder is de geur van deze wilde bijtjes kenmerkend: maskerbijen dragen een citroenachtige geur bij zich. Deze maken ze aan in de kaakklieren.
Levenscyclus en nestbouw
De gewone maskerbij komt in mei uit het nest gekropen, maar zijn vooral actief in de maanden juni en juli. Soms zó druk, dat ze in hetzelfde jaar al een tweede generatie voortbrengen, die in augustus of september uit het nest komt.
De nesten worden gemaakt door de vrouwtjes. Ze kiezen daar kleine holtes voor uit: holle stengels, merggangen, oude bijen- of wespenholen, nestblokken en bijenhotels. De nestgangen zijn, net als de bijtjes zelf, erg klein. Gewoonlijk tussen de 2 en de 4 millimeter.
Tussenwandjes van de nestcellen maken de vrouwtjes met eiwitten uit hun borstklieren. De nestcellen voorziet ze stuk voor stuk met een eitje en een bijenbroodje, dat is het voedsel voor de larve. De ‘voordeur’ van de nestgang wordt zorgvuldig ‘gelikt’. Zo komt er een vlies op dat de larven moet beschermen tegen parasieten en predatoren.
Voedsel en verspreiding
Wat eten betreft zijn maskerbijen de moeilijksten niet. Ze zijn polylectisch en dat betekent dat ze op allerlei soorten bloemen vliegen. Favorieten zijn onder meer de akkerdistel, braam, Canadese guldenroede, gewone berenklauw en peen.
Je kan de gewone maskerbij in heel Nederland vinden – als je weet hoe je ze kan herkennen natuurlijk! Dit komt grotendeels door nest- en voedselplekken in de stedelijke omgeving. Alleen gebieden met zeeklei, zoals de Waddeneilanden vormen een uitzondering. Hier komt de gewone maskerbij wat minder vaak voor.
Bedreigingen en vijanden
De gewone maskerbij heeft verschillende parasieten, waaronder hongerwespen en bronswespen. Hierbij is de citroengeur van de maskerbij zowel een handig afweermiddel als een onhandige verrader van hun aanwezigheid! Met dat vliesje op het nest probeert de moederbij de geur nog een beetje binnen te houden.
Andere bedreigingen zijn vooral een gebrek aan bloemen met oppervlakkige nectar (gewone maskerbijen hebben ook maar een heel klein tongetje) en geschikte plekken om te nestelen.
Hoe maak jij de bij blij?
Wil je de gewone maskerbij een handje helpen, zorg dan voor een gezellig plekje voor deze vriendin. Want ook al is ze klein, ook zij verdient een plekje in jouw tuin, balkonbak of buurtnatuur. Hoe help je haar? Met een beetje slimme inrichting en een scherp oog voor detail.
De gewone maskerbij is een solitaire bij, en dat betekent: geen koningin, geen volk, geen gezoem van drukke bedrijvigheid. Wat ze wél doet, is zich terugtrekken in smalle gaatjes om haar nestjes te bouwen. Help haar aan onderdak met nestblokken met gaatjes van 2 tot 4 millimeter. Of laat gewoon wat natuur z’n gang gaan: braam- en vlierstengels zijn geliefde hotspots voor haar mysterieuze nestcellen. Niet snoeien is wel zo handig.
Ze is een snoeperd die vooral valt voor nectarrijke schermbloemen, composieten en lookachtigen. In het wild zie je haar geregeld op gewone berenklauw, akkerdistel, peen, braam en Canadese guldenroede. In je tuin scoor je punten met vetkruid en klokjes. Denk dus in schermen, sprieten en stengels – geen perfecte borders maar bloemrijke chaos.
Wat de gewone maskerbij vooral nodig heeft: rust. Laat oude stengels staan tot ver in het voorjaar. Knip niet rigoureus alles af, verstoor geen nesten, en geef haar de kans om in alle stilte haar ding te doen. Zo simpel is het.
Buzzer in beeld
Zoek de verschillen! Onze Great Buzzer Yvonne uit Maassluis spotte deze beauty: de blinde bij (links). De naam doet misschien anders vermoeden, maar deze soort behoort toch echt tot de zweefvliegen.
Dankjewel voor deze mooie foto, Yvonne!
Heb jij BIJzondere beelden gemaakt tijdens het monitoren, of tijdens een blokje om? Deel ze dan met de BuzzHub via onderstaande knop. (Vergeet je naam en de spotplek niet!)
Nieuws: Stadsmaskerbij is nieuwe bijenbuur in de Randstad
De zomer is hét seizoen van de maskerbijen: kleine, zwarte bijtjes met een geel gezichtje dat wat weg heeft van… en neus? Vaak worden ze over het hoofd gezien, want ook deze maskerbij lijkt meer op een miertje dan op andere bijen. Maar kijk deze zomer eens goed tussen de bloemen, want je zou zomaar oog in oog kunnen staan met een bijzondere nieuwkomer: de stadsmaskerbij.
Tot voor kort was deze soort alleen bekend uit Limburg en Gelderland, maar nu is hij ook gespot in hartje Leiden, vlak bij Naturalis. Twee stagiairs van EIS Kenniscentrum Insecten ontdekten hem tussen de braam en margriet. Sindsdien is hij daar meerdere keren gezien, samen met zijn meer algemene neefjes: de gewone en de tuinmaskerbij.
Herken je hem? Het mannetje van de stadsmaskerbij heeft een zwart voorhoofdsschildje met een geel ‘masker’ in de vorm van een neus, en gele antenne-onderkanten. Kleine details, maar onmisbaar voor de echte bijendetective.
Net als andere maskerbijen houdt hij van zonnige, rommelige stukjes stad vol bloeiende bramen, schermbloemen en holle stengels om in te nestelen. Grote kans dus dat deze nieuwe stadsbewoner zich snel verder verspreidt.
Test je kennis!
Volgende keer…
BIJles: Rode koekoekshommel
Wat een ontzettend leuke les weer en ook nog wat nieuws geleerd over de opslag van stuifmeel in de krop!
Ik dacht trouwens dat er laatst een vliegje binnen tegen de hor zat. Maar toen keek ik goed en zag dat ze lange antennes had (zweefvliegen hebben korte antennes): het was een piepklein groefbijtje! Dus gauw in een glas gevangen en buiten gezet😊